Als enig kind in een welgesteld bankiersgezin groeit Isabel Wachenheimer op in liefde en welvaart. Maar Isabel is Joods, en wordt geboren in Duitsland in 1928. In de loop van de jaren dertig maken de nazi’s korte metten met haar gelukkige bestaan. Isabel, haar ouders Eugen en Else en oma Mathilde worden vervolgd. In 1938 vluchten de Wachenheimers naar Nederland en beginnen daar, zo goed en zo kwaad als het gaat, een nieuw leven. Ze gaan aan het werk en naar school, leren de taal en sluiten vriendschappen. Totdat de nazi’s ook in Nederland aan de macht komen. Opnieuw wordt de bodem onder het gezin vandaan geslagen, en ditmaal blijkt vluchten niet meer mogelijk.
Alleen Isabel overleeft de Duitse concentratiekampen. Voor haar begint in 1945 een zoektocht die niet meer zal eindigen. Het is een zoektocht naar zichzelf, de liefde en een plek op aarde om een nieuwe vorm van geluk te vinden, in weerwil van de zwarte herinneringen die er altijd zijn. Wat Isabel meeneemt op haar zoektocht zijn de dozen met foto’s, brieven en persoonlijke paperassen van haar ouders, die tijdens de oorlog door vrienden zijn bewaard. Deze functioneren als stille monumenten voor Eugen en Else. Ook haar gestreepte concentratiekampjas bewaart Isabel tot aan haar dood in 2010. In 2011 schenkt dochter Carol Isabels familiearchief aan het Rijksmuseum, waar de kampjas en verschillende foto’s nu te zien zijn.
Het boek ‘Memory is the only paradise’. Photographs from a Jewish family archive (2019) vertelt het verhaal van de familie Wachenheimer aan de hand van de objecten uit het familiearchief. Het is uitgegeven door het Rijksmuseum, met ondersteuning van het Manfred & Hanna Heiting Fonds.